Is ‘quantitative easing’ hetzelfde als geld bijdrukken?
Centrale banken zoals de Federal Reserve in de VS en de Europese Centrale Bank (ECB) zijn de exclusieve uitgevers van geld – ze drukken...
De tulpenwoede die in 1637 plaatsvond, was één van de eerste speculatieve ‘bubbles’ ooit. Tulpenbollen werden toen op een korte tijd zo razendpopulair dat de prijzen exponentieel begonnen te stijgen. Op een bepaald moment werden tulpenbollen duurder dan huizen en werd er gespeculeerd op onbestaande bollen, tot een overaanbod aan tulpen de prijzen uiteindelijk flink deed kelderen. Dit heeft geen langdurig impact gehad op de Nederlandse economie.
In 1929 was iedereen in Amerika volop in de ban van de industriële/technologische revolutie die op dat moment hoogtij vierde. Massa’s mensen, ook die met een matig inkomen, trokken naar de beurs van Wall Street om er aandelen te kopen, niet zelden met geleend geld. De sfeer was optimistisch tot de dalende grondstofprijzen in oktober van dat jaar massale paniek deden uitbreken. De markten stortten in, de banken konden niet volgen en de crash leidde uiteindelijk tot de Grote Depressie.
De combinatie van het einde van het Bretton Woods-systeem in 1971, de daaropvolgende devaluatie van de dollar (‘Nixon shock’), en de oliecrisis van 1973 zorgde voor een beurscrash en een bearmarkt in 1973-1974. In 1973, een moment waarop de vraag naar energie bijna drie keer groter was dan in 1950, besloten een aantal Arabische landen (OPEC) om opzettelijk een wereldwijd tekort aan aardolie te creëren. Die boycot was hun reactie op de westerse steun voor Israël te midden van het Arabisch-Israëlisch conflict dat toen heerste. Dit was de eerste oliecrisis van de jaren zeventig.
Na een bull market van 5 jaar gingen de koersen wereldwijd in 1987 de dieperik in. Een concrete oorzaak van Zwarte Maandag was er niet, al zijn experts het er wel over eens dat de introductie van automatische trading algoritmes de ineenstorting van de prijzen versnelde. De automatische trading programma’s hebben zelf volgens experten de prijzen boven hun reële waarde gedreven, één van de mogelijke reden voor de correctie.
De beruchte internetzeepbel duurde van 1997 tot 2000. Internetbedrijfjes (de zogeheten dot-com-bedrijven) rezen als paddenstoelen uit de grond en de koersen stegen razendsnel. Omdat investeringskapitaal toen bovendien makkelijk te verkrijgen was, werd op grote schaal gespeculeerd en hechtten mensen in hun euforie meer belang aan marktaandeel dan aan netto-inkomsten. Toen de internetbubbel in 2000 uiteindelijk uit elkaar spatte, ontstond er wereldwijd een lichte, kortdurige recessie.
In 2007 begon de rente in de VS plots enorm te stijgen, terwijl de huizen in waarde daalden. Daardoor kon een groot aantal huiseigenaren, waarvan een aanzienlijk deel een rommelkrediet of subprime-hypotheek (extreem lage, variabele instaprente tegen soepele voorwaarden) was aangegaan, hun hypotheek niet meer aflossen en moesten ze hun huis noodgedwongen verkopen. Banken verkochten al jaren deze schulden aan elkaar via complexe financiële producten (de zogenaamde CDO’s); dit heeft voor een ketenreactie gezorgd die het volledige financieel systeem van de VS in gevaar heeft gebracht, de sluiting van meerdere grote banken veroorzaakte (Lehman Brothers, Bear Sterns), en een wereldwijde recessie in gang heeft gezet.
Deze publicatie bevat algemene informatie en vormt geen persoonlijk advies. Deze informatie kan veranderen of onderworpen zijn aan specifieke regels of interpretaties, afhankelijk van de situatie. Beobank is niet verantwoordelijk voor de juistheid, de volledigheid en de bijgewerkte versie van de informatie uit de genoemde bronnen.