Wat verandert er allemaal op 1 januari 2019?
Samen met je goede voornemens staan er op 1 januari 2019 nog heel wat andere veranderingen voor de deur. Van een hervormde kinderbijslag tot de nieuwe pensioenwetgeving en de plastieken-zakjes-ban: met deze veranderingen stappen we het nieuwe jaar in.
Vergeet je winkeltas niet
Vanaf 1 januari kun je maar beter je winkeltas bij de hand hebben: supermarkten zullen dan geen plastieken zakjes meer mogen meegeven. Bij de groente- en fruitafdeling zal je wél nog plastieken zakjes terugvinden. Waarom? Omdat het verbod op deze zakjes alleen maar zou leiden tot méér voorverpakkingen, wat vanuit ecologisch standpunt uiteraard helemaal niet te verantwoorden valt. Ook de gewone plastieken zakken zou je hier en daar toch nog kunnen tegenkomen: voorraden die werden ingekocht vóór 1 januari, mogen nog verdeeld worden tot eind juni.
Van kinderbijslag naar groeipakket
Geboren worden op 31 december 2018 of op 1 januari 2019: met de vernieuwde kinderbijslag brengt het deze keer niet alleen ‘in de klas’ een verschil met zich mee. Met het groeipakket krijgen ouders voor elk kind geboren in Vlaanderen vanaf 1 januari 2019 een basisbedrag van 160 euro per maand. Concreet houdt dat in dat het bedrag toeneemt voor een eerste kind, maar omgekeerd ook afneemt voor een tweede of derde kind. Kinderen geboren vóór 2019 behouden de basisbedragen van de vroegere kinderbijslag, aangevuld met een leeftijdsbijslag op zes, twaalf en achttien jaar.
Een hogere huurwaarborg, een kleinere opzegvergoeding
Huurcontracten die in 2019 van start gaan, zullen met het nieuwe huurdecreet enkele aanpassingen bevatten. Zo zal de huurwaarborg verhoogd worden van twee naar drie maanden om de verhuurder beter te beschermen (dit aspect van de nieuwe wetgeving gaat pas in nadat de Vlaamse regering de nodige uitvoeringsmaatregelen heeft getroffen).
Dateert je huurovereenkomst van korte duur (minder dan drie jaar) van vóór 1 januari en wil je deze beëindigen, dan ben je een opzegvergoeding verschuldigd. Voor alle contracten die ten laatste op 31 december 2018 werden afgesloten, betaal je bij het opzeggen tijdens het eerste jaar een opzegvergoeding gelijk aan drie maanden huur. In het tweede jaar betaal je het equivalent van twee maanden en tijdens het derde jaar nog één maand huur. De opzegvergoedingen worden bij huurcontracten van korte termijn afgesloten vanaf 2019 gehalveerd: zo betaal je dus in het eerste jaar nog maar een opzegvergoeding ter waarde van anderhalve maand, in het tweede jaar van één maand en in het laatste jaar van een halve maand.
Wat het nieuwe huurdecreet onder meer voor huurcontracten van lange termijn nog met zich meebrengt, lees je hier.
Op pensioen? 47 jaar is niet langer 45
Door de afschaffing van de beperking tot de eenheid van loopbaan kunnen werknemers of zelfstandigen die het werk voortzetten na een volledige loopbaan (45 jaar) vanaf 2019 bijkomende pensioenrechten opbouwen. Vóór 2019 werd bij de pensioenberekening namelijk geen rekening gehouden met extra gepresteerde dagen bovenop de 14.040 dagen die een volledige loopbaan vormen. Een voorbeeld:
Christine geniet van een loon van € 3.000 bruto per maand. Zij telt reeds 45 loopbaanjaren maar beslist om twee jaar verder te werken. Dankzij de hervorming, zullen deze twee werkjaren haar toelaten haar pensioen te verhogen met ruim € 50 per maand.
Deze publicatie bevat algemene informatie en vormt geen persoonlijk advies. Deze informatie kan veranderen of onderworpen zijn aan specifieke regels of interpretaties, afhankelijk van de situatie. Beobank is niet verantwoordelijk voor de juistheid, de volledigheid en de bijgewerkte versie van de informatie uit de genoemde bronnen.