Het potentieel van de groeilanden en obligatierisico’s in Europa
Ivan Van de Cloot waarschuwt voor de verlokkingen van het ‘gigantische economisch potentieel’ in de groeilanden en de schuldenproblematiek in Europa
Donald Trumps beloftes zullen wegen op de schatkist. Als Trumps beleid lukt, kan er een sterkere dollar uitvolgen die de export dan afremt. Zijn beleid bevat dus contradicties die hem tot realistische keuzes dwingen. In Europa bleef het in 2017 opvallend rustig op de financiële markten na de verkiezingen in Nederland, Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk. Maar door de slabakkende brexitonderhandelingen zijn de zorgen in 2018 niet van de baan.
Toen Trump zijn stimulusbeleid met grootschalige investeringen in infrastructuur (bruggen, wegen) en een belastingverlaging voor bedrijven aankondigde, gaf hij een nieuw momentum aan de afzwakkende economische groei in de VS en creëerde hij een hausse op de beurzen. Maar de keerzijde van het Trump-programma is dat het de Amerikaanse overheidsschuld de hoogte in jaagt. Eigenlijk, aldus Ivan Van de Cloot, brengt Trump wat de centrale banken in de VS en Europa al een tijdje proberen te creëren: inflatie. Die wordt zichtbaar in prijsstijgingen, economische groei en hogere renteverwachtingen. Net als in 2008, toen de financiële crisis uitbrak, begint de Amerikaanse woningenmarkt, maar vooral de markt van commercieel vastgoed weer symptomen van oververhitting te vertonen.
Doordat Trump de rente hoger jaagt, groeit het risico dat de dollar sterker wordt, terwijl hij juist nood heeft aan een zwakkere dollar om meer te exporteren, jobs naar de VS te brengen en de import af te remmen. Maar voorlopig slaagde hij er in de dollar lager te praten. De vraag is wat hij finaal gerealiseerd krijgt. Ook zijn belastingverlaging kan finaal tegengewerkt worden.
Trumps politiek kapitaal vormen de kiezers die job- of inkomensverlies leden als gevolg van de globalisering. Aan hen beloofde hij een deel van de offshore-productie uit lageloonlanden en dus ook jobs terug te brengen naar de VS. Productie die uit lageloonlanden terugkeert naar de VS doet echter de kostprijs van het product en vaak ook de winkelprijs stijgen. Bovendien is er bij sterk geglobaliseerde multinationals ook om een andere reden een lichte trend naar reshoring, het terugbrengen van de productie naar het thuisland. Hun activiteiten (R&D, productie, marketing, verkoop enz.) zitten vandaag versnipperd over tal van landen. Omdat een probleem met één schakel in één land de keten kwetsbaar maakt, ontstaan vragen rond de trend om activiteiten te groeperen in één land.
Volgens Ivan Van de Cloot moeten we een onderscheid maken tussen wat de presidentskandidaat Trump heeft beloofd en wat we kunnen verwachten onder zijn presidentschap. We bekijken Trump iets teveel door een Europese bril en zien niet dat hij in een Amerikaanse traditie van populistische presidenten staat. Omdat de VS zeer sterk afhankelijk is geworden van de rest van de wereld zal hij immers worden gedwongen tot meer realpolitik. Zo kan de verhouding tussen de VS van Trump en China het best vergeleken worden met die van de VS tegenover Japan onder Ronald Reagan in de jaren 1980. Ook Reagan heeft toen verbaal zwaar uitgehaald naar de sterk groeiende Japanse bedrijven, waardoor die als reactie massaal zijn beginnen investeren in de VS. Ook na Trumps recente bezoek aan China, lag de nadruk na afloop op commerciële deals en samenwerking om het handelsdeficit met China te verminderen. Trumps dreigementen van tijdens zijn verkiezingscampagne bleven uit.
Ook de schaliegasrevolutie in de VS speelt een belangrijke rol in de wereldeconomie onder Trump. De ontginning van schaliegas en -olie, die door de gestegen olie- en gasprijzen weer erg rendabel is, maakt het land in de komende decennia nog nauwelijks afhankelijk van gas- en olie-import uit het Midden-Oosten en elders, terwijl dat in Europa en Azië alleen maar zal toenemen. Geopolitiek vertaalt de nieuwe Amerikaanse onafhankelijkheid van energie-import zich in Trumps onwil om de VS nog langer de politieman van de wereld te laten spelen. Amerikaanse vliegdekschepen hoeven niet langer de oliebronnen in het Midden-Oosten te bewaken. Europa zal daar zelf moeten voor instaan en zijn defensiebudgetten optrekken. Niet alleen economisch, maar ook geopolitiek divergeren de VS en Europa dus steeds meer.
Trumps beloftes doen voorlopig vooral de beurzen stijgen. De ongewenste gevolgen van zijn politiek zijn een hogere overheidsschuld, en stijgende consumptieprijzen met het risico dat die een sterkere dollar triggeren
De zogenaamde olifantgrafiek van de inkomensgroei in de wereld tussen 1988 en 2008 illustreert wie van de globalisering heeft geprofiteerd: een brede groep mensen in de groeilanden, vooral in China, die zich tot de middenklasse hebben opgewerkt en een kleine, rijke wereldwijde elite. De allerarmsten en de laagopgeleide middenklasse in de ontwikkelde wereld zagen hun inkomen nauwelijks groeien of zelfs dalen. Er ontstaat dus een grote middenklasse in de opkomende economieën met koopkracht, vooral in China, en die een gigantisch economisch potentieel vertegenwoordigt.
Het contrastbeeld van een ontwikkelde, met schulden beladen economie in het Westen tegenover opkomende economieën met weinig schulden klopt niet meer. In China bijvoorbeeld zijn er veel schulden die instabiliteit kunnen veroorzaken. Ook in Thailand en Turkije is de kredietgroei veel sneller toegenomen dan de BNP-groei. Het kan ook snel keren, zo vloeide er vorig jaar heel wat buitenlands risicokapitaal uit Turkije na de coup-poging.
In Europa blaast ECB-voorzitter Draghi warm en koud tegelijk. Met het opkoopprogramma van obligaties werd reeds 2000 miljard euro geld gepompt en volgend jaar komt daar nog 200 miljard bij. Dit is wel geldpompen aan een lager tempo. Een hogere basisrente voor de korte termijn, waarover de ECB beslist en die de rente op de spaarboekjes bepaalt, komt er waarschijnlijk niet voor 2019. De verlenging van de ECB-geldinjecties in de Europese economie hebben een positieve invloed op de beurswaarderingen.
In december plant de Federal Reserve verdere renteverhogingen. De hogere rente in de VS houdt een gevaar in voor Europa, omdat haar economische cyclus niet synchroon loopt met die van de VS. Voor grote kwetsbare spelers met veel schulden op lange termijn, zoals de Belgische staat, komt de renteverhoging daardoor te vroeg. Ook voor de beleggers die overbelegd zijn in staatsobligaties houdt dat een risico in. De lage rente heeft heel wat overheidsobligaties zeer hoge waarderingen bezorgd, maar de ommekeer kan bruusk zijn en dan dreigen ernstige verliezen.
2017 was het jaar van de politieke risico’s in Europa. Beleggers vreesden dat de kiezers in Nederland, Frankrijk, Duitsland of Oostenrijk de populistische keuzes in de VS of het VK zouden gaan imiteren, maar dat was niet het geval.
De Brexitonderhandelingen schieten niet op en de kans op een harde brexit met negatieve gevolgen voor de handel tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU neemt toe. Voor de belangrijke VK-handelspartners als Ierland, Nederland, Duitsland en België weegt dat op de exportinkomsten. Voor België bedraagt de impact op de export 2,9% van het BNP. Maar het belangrijkste is dat de Duitse locomotief blijft doorstomen en dat de Belgische economie daaraan haar wagentje heeft gekoppeld.
Deze publicatie bevat algemene informatie en vormt geen persoonlijk advies. Deze informatie kan veranderen of onderworpen zijn aan specifieke regels of interpretaties, afhankelijk van de situatie. Beobank is niet verantwoordelijk voor de juistheid, de volledigheid en de bijgewerkte versie van de informatie uit de genoemde bronnen.