Voor een betere surfervaring, gelieve een andere compatibele browser te gebruiken zoals Firefox of Google Chrome

Gaan de olieprijzen stijgen?

Green Oil pump of crude oilwell rig

Iedereen ligt tegenwoordig wakker van de evolutie van de olieprijzen. Sinds begin dit jaar tekent zich een duidelijke trend af: als de prijs per vat stijgt, veren de financiële markten op. Zodra die prijs daalt, doen ook de markten het minder goed. Dat geldt zowel voor aandelen en bedrijfsobligaties in groeilanden als voor die in de industrielanden.

Stijgende olieprijzen zijn een goede zaak voor de producenten van schaliegas in de Verenigde Staten. Helaas bereikten de 16 olieproducerende landen in Doha geen overeenstemming rond een vermindering van het olieaanbod (met als doel: de prijzen doen stijgen).

Op de markten zijn de gevolgen intussen voelbaar. Investeerders kopen minder hoge bètadeviezen, die gevoeliger zijn voor prijsschommelingen (bv. de roebel, de Canadese dollar, de Mexicaanse peso en de Noorse kroon).

Voor olie, zal de zone rond 35 dollar een voor de markt aanvaardbare bodemzone zijn. Onder de 35 dollar (in de zone rond 30 dollar) kan de valorisatie van High Yield obligaties immers onder druk komen te staan, waardoor ook de landen die grondstoffen uitvoeren het moeilijk zouden kunnen krijgen.

Lagere inkomstenprognoses

Wat de resultaten betreft, zal het eerste kwartaal van 2016 ons niet meteen bijblijven. De inkomstenprognoses werden in de meeste regio’s naar beneden bijgesteld. In die context lijken de groeilanden momenteel het aantrekkelijkst qua risicorendement. De hogere koers van de euro ten opzichte van de dollar in de voorbije kwartalen zou zich moeten vertalen in een vertraging van de verkoopcijfers. Die hogere waarde heeft inderdaad negatieve gevolgen voor de bedrijven en de exporterende landen. Dat zien we trouwens ook in Japan, waar de yen de laatste tijd een hogere koers liet optekenen. In dat land wordt de positieve dynamiek van de winst per aandeel bovendien uitgehold.

In de groeilanden liggen de kaarten anders: hun nationale munten evolueerden onder impuls van de hogere olieprijzen en dankzij het accomoderend beleid van de Fed ten aanzien van de rentevoeten in de VS. De overheidsobligaties in groeilanden renderen, in tegenstelling tot die in industrielanden.


  • In de Aziatische groeiregio (Indonesië, Maleisië, de Filipijnen, Thailand) zorgen de groei en de doordachte tussenkomsten van de centrale banken voor optimisme rond het niveau van de overheidsschulden en de muntnoteringen.

  • In Latijns-Amerika werd Brazilië aantrekkelijker sinds het mogelijke vertrek van presidente Dilma Rousseff. Hoewel in de strijd tegen inflatie de rentetarieven werden verhoogd, doen de meeste munten het uitstekend: ze verliezen hun aantrekkingskracht niet.




  •  
  •  
  •  


Er is nog steeds interesse voor aan groeischuld verbonden coupons, hoewel ervan wordt uitgegaan dat China op middellange termijn aan elan zou inboeten.

Europese Small en Mid Caps: nog steeds aantrekkelijk

Als we op zoek gaan naar wat op lange termijn interessant blijft, komen we in de eerste plaats terecht bij de Europese Small & Mid Cap aandelen die het uitstekend blijven doen. Valorisaties zijn inderdaad steeds interessant. De boekhoudbalansen zijn gezond, en daar doen de aandeelhouders hun voordeel mee. De Small Caps zijn vatbaar voor mogelijke fusies en overnames, een fenomeen dat meestal opduikt wanneer de eerste tekenen van economisch herstel zichtbaar worden. Ze zijn minder gevoelig voor druk van de marktregulatoren die, om populistische redenen, grote bedrijven (banken of utilities) kunnen sanctioneren.
Europese portefeuilles kunnen dan ook nog steeds niet zonder Small en Mid Cap aandelen, zolang de macro-economische gegevens de regio’s en de consumptie stimuleren.

We willen er in dit verband op wijzen dat de monetaire versoepeling nog maar pas is ingezet en dat industriële bedrijven daaruit voordeel zouden moeten halen. De rentevoeten zouden lange tijd laag moeten blijven, en in die omstandigheden gaat de voorkeur van investeerders uit naar bedrijven die cashflow genereren. Met name technologische ondernemingen en firma’s die niet-essentiële goederen en diensten (discretionaire consumptie) aanbieden.

Kwalitatieve multinationals

In een omgeving van laag rendement, lage inflatie en aarzelende groei, kunnen we ons maar beter richten op kwalitatieve multinationals die cashflow genereren en dividenden uitkeren.

 
We herinneren u eraan dat beleggingsproducten blootgesteld zijn aan risico’s, met inbegrip van een mogelijk verlies van het belegde kapitaal. Beleggingsproducten zijn geen bankdeposito’s en worden niet gewaarborgd door Beobank NV/SA.

Hoe kunnen we u helpen?