Hoe de “dovish” renteverhoging van de ECB het einde van een tijdperk aankondigt
Door Marc Danneels, Chief Investment Officer - 29/09/2023
Het voorbije anderhalf jaar heeft de ECB een reeks van zeer snelle en drastische renteverhogingen doorgevoerd. Sinds begin dit jaar bouwt de centrale bank bovendien de aankoop van staatspapier stelselmatig af. Meer dan ooit rekenen landen daarom op individuele beleggers om de staatsschuld te financieren. Met succes, zoals we in België zagen. Maar wat zijn de gevolgen op lange termijn?
Over haviken en duiven
Het jargon van de financiële analist leunt soms vervaarlijk dicht aan bij dat van de ornitholoog. Met haviken (“hawks”) wordt verwezen naar beleidsmakers die een strakker monetair beleid willen om de inflatie te temperen, terwijl de duiven (“doves”) een losser monetair beleid willen om de economische groei te ondersteunen. Een verhoging van de beleidsrente door de ECB is daarbij een klassieke hawk-move: lenen bij de ECB wordt duurder voor banken (en dus ook voor burgers en bedrijven) waardoor de economie afkoelt en de stijging van het algemene prijspeil vertraagt.
Met de renteverhoging van de ECB vorige week was het echter anders. Jazeker de rente steeg, voor de tiende keer op anderhalf jaar tijd was dat, maar ECB-voorzitter Lagarde maakte meteen ook duidelijk dat er vanaf nu geen (grote) renteverhogingen meer te verwachten zijn. Het huidige niveau moet volstaan om de inflatie te controleren. Teveel renteverhogingen brengen namelijk het risico van economische recessie met zich mee. Een “hawkish” move met een “dovish” uitleg dus...
Run on staatsbons
Het is opnieuw een duidelijk teken dat de ECB haar beleid terug normaliseert. Traditioneel beweegt een centrale bank zich in de schaduw van de economie: wanneer er nood is aan liquiditeit kan de beleidsrente naar boven of beneden worden bijgesteld, maar in het beste geval blijft die gewoon stabiel. Sinds de financiële crisis van 2008 is daar verandering in gekomen. Niet alleen werd de rente jarenlang artificieel uitzonderlijk laag gehouden, met het zogenaamde kwantitatieve versoepelen (quantitative easing, QE) vond de ECB bovendien een nieuw instrument om de economie van geld en vertrouwen te voorzien: het massaal opkopen van obligaties, waaronder dus ook staatspapier.
Dit quantitative easing is de ECB sedert begin dit jaar geleidelijk aan het afbouwen. Hierdoor moeten landen met een aantrekkelijker aanbod komen om alternatieve afnemers te vinden voor hun schuldpapier. Het resultaat daarvan zagen we recent in ons land: de kortlopende staatsbon met een record rendement van 2,81 procent bracht maar liefst 22 miljard euro op. Ook Italië haalde in juni 18 miljard euro op met een nieuwe staatsbon, vorige week nog lanceerde ook Griekenland een nieuwe obligatie. Overal in Europa maken bankiers, vaak voor het eerst in hun carrière, mee dat klanten de deur platlopen met de vraag om geld te beleggen in staatsobligaties. Het duffe en saaie imago lijkt de staatsbon dus helemaal kwijt te zijn.
Een gedeelde verantwoordelijkheid
Het gewijzigde ECB-beleid komt er op een ogenblik dat heel wat Europese lidstaten op zoek zijn naar (her-)financiering van hun schuldenlast. Die is aanzienlijk opgelopen door steunmaatregelen tijdens de covidcrisis, en recenter nog tijdens de energiecrisis. De vraag stelt zich daarom of het op lange termijn voldoende is om te rekenen op private beleggers om de afgebouwde vraag vanwege de ECB naar (staats-)obligaties op te vangen.
In de eerste plaats is er de kwestie of de vraag naar staatsbons bij beleggers voldoende hoog zal blijven. De afgelopen Belgische staatsbon werd dan wel enthousiast onthaald door de particuliere belegger, de nieuwe dynamiek in de vraag- en aanbodzijde kan druk zetten op de rentes, zeker van landen met een iets mindere kredietwaardigheid.
Bovendien mogen we niet vergeten dat, met de afbouw van quantitative easing ondersteunend geld aan de economie onttrokken wordt en zo gaandeweg ook een belangrijke economische stimulus wegvalt. Het beleid van overheidswege mag daarom niet in de weg staan van de rol die banken spelen in de ondersteuning van, en geldverstrekking aan, bedrijven en burgers. Het is net de wisselwerking tussen het privaat-bancaire systeem en de overheidsmaatregelen die nodig zal zijn om het hoofd te bieden aan economische uitdagingen.
En de private belegger? Die is uiteraard winnaar bij een hoog rendement op staatsobligaties. Maar met het succes van de staatsbon zouden we bijna vergeten dat vandaag ook het rendement op kwalitatieve Europese bedrijfsobligaties op een niveau is die we de afgelopen jaren niet meer hebben gezien.
En met het beleggen in dergelijke bedrijfsobligaties in een gediversifieerde portefeuille kan de belegger bovendien een directe impact hebben op de financiering en het stimuleren van het economisch bestel.
Deze publicatie bevat algemene informatie en vormt geen persoonlijk advies. Deze informatie kan veranderen of onderworpen zijn aan specifieke regels of interpretaties, afhankelijk van de situatie. Beobank is niet verantwoordelijk voor de juistheid, de volledigheid en de bijgewerkte versie van de informatie uit de genoemde bronnen.
Deze publicatie bevat algemene informatie en vormt geen persoonlijk advies. Deze informatie kan veranderen of onderworpen zijn aan specifieke regels of interpretaties, afhankelijk van de situatie. Beobank is niet verantwoordelijk voor de juistheid, de volledigheid en de bijgewerkte versie van de informatie uit de genoemde bronnen.