Eenmaal ingelogd gaat u naar het tabblad "Transacties" en klikt u op "Bestendige opdrachten". 

De pagina bestaat uit twee delen:

1. Een bestendige opdracht uitvoeren,
2. Uw bestendige opdrachten volgen.

Op de pagina met doorlopende opdrachten klikt u op het soort opdracht dat u wilt instellen: 

• Naar een van uw rekeningen: dit zijn uw Beobank rekeningen.
• Naar een andere rekening: dit betreft alle andere rekeningen buiten Beobank. 

Voer de gegevens van uw doorlopende opdracht in: 

• De te debiteren rekening,
• De te crediteren rekening,
• Het bedrag,
• De frequentie,
• De datum van de eerste vervaldag,
• De geldigheidsduur van de doorlopende opdracht: onbeperkt of tot een bepaalde datum,
• De eventuele kennisgeving.

Bevestig.

Op de pagina met doorlopende opdrachten klikt u op "Uw bestendige opdrachten".

Automatisch wordt u doorgestuurd naar de pagina met uw opdrachten in afwachting van betaling: dit zijn toekomstige bestendige opdrachten die u kunt wijzigen of verwijderen. Klik hiervoor op het rekeningnummer dat verschijnt in de kolom "Overschrijving": u ziet dan de details van de doorlopende opdracht. Linksboven op uw scherm kunt u klikken op "Wijzigen" of "Verwijderen". 

Op de pagina met het overzicht van uw bestendige opdrachten, klikt u op "Vervaldatum verstreken" om uw historiek te raadplegen.

Eenmaal ingelogd in uw app, klikt u op het tabblad "Betalen" en vervolgens op "Doorlopende opdrachten".

U krijgt een overzicht van uw huidige doorlopende opdrachten.

Klik op "Doorlopende opdracht invoeren" om een nieuwe doorlopende opdracht aan te maken. 

1. Selecteer de te debiteren rekening.
2. Selecteer de te crediteren rekening: een interne rekening, een externe rekening geregistreerd bij uw begunstigden, of een nieuwe begunstigde. 
3. Geef het bedrag aan.
4. Selecteer:
   1. De eerste vervaldatum,
   2. De frequentie,
   3. De geldigheid van de doorlopende opdracht: onbeperkt of tot een bepaalde datum,
   4. Een eventuele melding. 
5. Bevestig.

Op de pagina met de doorlopende opdrachten klikt u op de opdracht die u wilt beheren. 

In het tabblad "Kenmerken" ziet u de details van de doorlopende opdracht. U kunt deze wijzigen of verwijderen door op de betreffende tabbladen te klikken. 

Om de historiek te bekijken, klikt u op "Historiek" bovenaan uw scherm.