Voor een betere surfervaring, gelieve een andere compatibele browser te gebruiken zoals Firefox of Google Chrome

Wat kan je doen met een mobiliteitsbudget?

mobiliteitsbudget

Werknemers die nu een bedrijfswagen hebben, kunnen sinds 1 maart 2019 hun wagen inruilen voor een mobiliteitsbudget. Dat is een som geld die ze vrij kunnen besteden aan andere vervoersmiddelen om vlotter en milieuvriendelijker te pendelen. Hoe werkt dat?

1. Voor wie is het mobiliteitsbudget?


Het mobiliteitsbudget is bedoeld voor wie vandaag al een bedrijfswagen heeft of zou krijgen. Het is de werkgever die bepaalt of hij een mobiliteitsbudget aanbiedt, en onder welke voorwaarden en wanneer (bijvoorbeeld pas na afloop van de huidige leaseperiode). De werknemer kiest zelf of hij het mobiliteitsbudget wenst te gebruiken. De werkgever moet al minstens drie jaar bedrijfswagens aanbieden; de werknemer moet minstens drie maanden over een bedrijfswagen beschikken of tijdens de drie voorbije jaren minstens één jaar over een bedrijfswagen beschikt hebben.

2. Hoe hoog is het mobiliteitsbudget?


Het beschikbare mobiliteitsbudget wordt berekend op de totale kostprijs van de bedrijfswagen die de werknemer gebruikt of zou kunnen krijgen. Daarbij wordt gekeken naar alle kosten: afschrijvingen, brandstof, onderhoud, verzekering, belastingen, of het totale leasebedrag.

3. Waaraan mag het mobiliteitsbudget besteed worden?


De medewerkers mag vrij kiezen uit alternatieve vervoersoplossingen. Dat kan op drie verschillende manieren, de zogenoemde drie pijlers. Elk van die pijlers heeft eigen eigen sociale en fiscale regels. Je mag ook slechts één of twee van de pijlers gebruiken.
In de eerste pijler wordt het mobiliteitsbudget gebruikt om de bedrijfswagen te vervangen door een nieuwe bedrijfswagen die minstens even milieuvriendelijk is (minimaal Euro6-norm). De fiscale behandeling is dezelfde als die voor een gewone bedrijfswagen.
In de tweede pijler gaat (een deel van) het mobiliteitsbudget naar duurzame vervoermiddelen zoals openbaar vervoer of een (elektrische) fiets. Omdat een elektrische fiets meer kost dan een gewone fiets, kan je daarvoor ook een lening aangaan en de kosten daarvan inbrengen. Dit deel is volledig vrijgesteld van sociale bijdragen en belastingen. Als je dichter bij je werk gaat wonen, kun je de huurgelden of de interesten van een hypothecair krediet inbrengen in deze tweede pijler.


Als het mobiliteitsbudget dan nog niet op is, kan de werknemer het resterende geld uitbetaald krijgen op het einde van het jaar. Deze derde pijler is vrijgesteld van belastingen, maar wel onderworpen aan een socialezekerheidsbijdrage van 38,07 procent.

4. Hoe vraag je een mobiliteitsbudget aan?


De aanvraag is mogelijk zodra de werkgever het mobiliteitsbudget heeft ingevoerd. De werknemer die op het aanbod van de werkgever wil ingaan, dient daarvoor schriftelijk een aanvraag in. De werkgever is niet verplicht om daarop in te gaan, maar moet die beslissing wel verantwoorden.
Bij een positieve beslissing deelt de werkgever het bedrag van het mobiliteitsbudget mee aan de werknemer. Zo kan die bepalen waaraan hij het budget wil uitgeven. Zijn werkgever en werknemer het daarover eens, dan leggen ze dat vast in een aanvulling bij de individuele arbeidsovereenkomst. 
 

Hoe kunnen we u helpen?